Hoogbegaafde autist overleeft in een niet-autistische wereld

Afhankelijk van de invalshoek van waaruit men het bekijkt gaat het uitstekend of juist heel slecht met de jeugdzorg. Vanuit de jeugdzorgindustrie bekeken gaat het beter dan ooit: het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen loopt steeds verder op en daarmee ook de banksaldi van de jeugdzorg. Nederland is zelfs koploper met ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen, dus de jeugdzorg is goed bezig haar personeel uit de WW te houden — tegen een zeer riant salaris, aangevuld met een zeer riante bonus voor elk kind dat in de wurggreep van de gezinsvoogd belandt.

Vanuit de ouders en kinderen bekeken gaat het zeer slecht met de jeugdzorg: kinderen worden veelal op onterechte gronden uit huis geplaatst, met steun van en veel machtsvertoon door de politie en met slechts één anonieme telefonische melding bij het AMK als ‘bewijs’ dat het welzijn van de kinderen in gevaar is. Van de rechtbank hoef je ook niets te verwachten als ouder want rechters slikken alles wat hen door de gezinsvoogd wordt voorgekauwd zonder ook maar één kritische vraag te stellen.

Wie kritiek durft te leveren wordt door de jeugdzorginstanties op alle mogelijke wijzen afgestraft, bij voorkeur over de ruggen van zijn of haar kinderen maar ook door valse rapportages, bedreigingen, smaad- en lastercampagnes, valse aangiften en zelfs fysiek geweld, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal van computerapparatuur.

Jeugdzorginstanties veroorzaken enerzijds escalatie na escalatie maar doen anderzijds voortdurend alsof ze het allemaal zo goed voorhebben met zowel ouders als kinderen maar gewoon niet begrepen worden. Je hoeft geen psycholoog te zijn om in te zien dat door dit voortdurend escalerend gedrag de zaken van kwaad tot erger gaan.

“U begrijpt gewoon niet hoe moeilijk ons werk is” — Veelgehoorde uitspraak van willekeurige gezinsvoogd tegen willekeurige kinderrechter en ouders

Hoe heeft het zover kunnen komen, en wat gaat de toekomst brengen? Op grond van deze vragen en een analyse van de antwoorden op de eerste vraag ben ik gekomen tot ‘De vijf fasen van de jeugdzorg’ — en die analyse voorspelt weinig goeds.

Fase 1: De oppermachtige jeugdzorg

In den beginne was er de jeugdzorg, opgezet ter bescherming van het algeheel welzijn van onze kinderen. Het idee was goed, de uitvoering was minder. Een van de grootste blunders daarbij, naast het niet creëren van degelijke en gerichte opleidingen op HBO- en academisch niveau, was het niet invoeren van tuchtrecht voor en sanctiemogelijkheden tegen jeugdzorginstanties en -personeel. Er bestond wel iets van toezicht door de Inspectie Jeugdzorg maar door het ontbreken van tuchtrecht en sanctiemogelijkheden was en is dat enkel een papieren tijger.

Het resultaat: de jeugdzorg werd een totalitaire staat binnen de democratische rechtsstaat, een industrie met een absolute machtspositie waar de overheid geen greep meer op had. Rechters gingen (en gaan) er ten onrechte vanuit dat gezinsvoogden en ander jeugdzorgpersoneel deskundig zijn waardoor slachtoffers van de jeugdzorg ook via de rechter hun gelijk niet meer konden (en kunnen) halen.

Verzet daartegen leek er nauwelijks te zijn. Internet bestond nog niet, en kritiek werd voornamelijk geuit in de eigen kring van familie, vrienden en kennissen. Wie zijn zaak via de media openbaar wilde maken moest al bevriend zijn met een journalist, en zelfs dan was de kans vrijwel nihil dat er ooit een artikel in een krant of tijdschrift aan zou worden gewijd, laat staan dat het een item zou worden in een TV-programma.

De jeugdzorg vond het prima zo.

Fase 2: Ieder voor zich en Internet voor ons allen

Ergens tegen het einde van de 20e eeuw ontstond het eerste barstje in de muur die de stortvloed van kritiek tot dan toe had tegengehouden: het  gewone volk kreeg toegang tot het fenomeen ‘Internet’. Dat bood perspectieven, want daardoor kregen jeugdzorgslachtoffers opeens de mogelijkheid om zelf hun verhaal openbaar te maken, zonder afhankelijk te zijn van de traditionele media die hun vingers niet wilden branden aan de oppermachtige jeugdzorg.

Helaas, veel zoden zette het niet aan de dijk. Iedere ouder vocht zijn of haar strijd nog steeds alleen, en als de gezinsvoogd merkte dat een ouder zich op Internet negatief uitliet over de jeugdzorg werd er hard ingegrepen: in zo’n geval werd dan een negatieve rapportage over de ouder bij elkaar verzonnen (daar zijn gezinsvoogden dan wel weer zeer deskundig in) waardoor deze zijn/haar kind(eren) ook nog eens kwijtraakte.

De jeugdzorg vond het nog steeds prima, maar de volgende fase was voorspelbaar.

Fase 3: Samen staan we sterk

Op een gegeven moment begonnen strijdende ouders iets te beseffen wat vakbonden al decennia eerder beseft hadden: op je eentje bereik je niks, maar samen sta je sterk!

Bovendien ontstond er op Internet een nieuw fenomeen: sociale media. Via kanalen als Hyves, Twitter en Facebook vonden ouders elkaar al snel, waarna het onvermijdelijke gebeurde: ouders begonnen zich te organiseren in belangenorganisaties.

Dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat er vooral veel van die organisaties bestaan, van officiële stichtingen tot los-vaste groepjes op Facebook waarin vooral veel onderling geklaagd wordt maar waar weinig of niks constructiefs uitkomt.

En dan heb ik het nog niet gehad over clubjes die de strijd tegen de absolute macht van de jeugdzorg meer kwaad dan goed doen, zoals Facebookgroepjes welke vooral (lijken te) draaien om het ego van de oprichter, en groepjes die zichzelf volledig belachelijk en ongeloofwaardig maken door werkelijk overal en in alles complotten van de overheid en/of de maffia en/of de (meestal katholieke) kerk te zien.

En dat is erg jammer, want de jeugdzorgindustrie maakt zich intussen wel wat zorgen om het toenemende verzet, maar niet zo heel veel zorgen. Het gaat immers vooral om groepen ouders die weliswaar hard roepen maar verder geen actie ondernemen. Gold voorheen voor elk individu het principe ‘ieder voor zich’, nu geldt hetzelfde voor al die stichtingen en andere samenwerkingsverbanden: ieder voor zich.

Dat wantoestanden binnen de jeugdzorgindustrie niet meer getolereerd worden begint duidelijk te worden: door slachtoffers worden steeds meer dossiers en gruwelverhalen over de wantoestanden openbaar gemaakt, de politiek is zich er eindelijk ook eens mee gaan bemoeien, en het wraken van rechters welke alles slikken wat de jeugdzorg hen voorkauwt lijkt een goede kans te maken het nog eens tot nationale sport te schoppen.

Helaas blijft het nog bij speldenprikken. Het is echter te verwachten (en zelfs dringend noodzakelijk) dat al deze splinterpartijen hun krachten gaan bundelen om samen één front te vormen.

Hetgeen ons bij de nabije toekomst van fase 4 brengt.

Fase 4: Het nieuwe machtsblok

Het is nog niet zo ver, maar nu ouders al in allerlei groepen georganiseerd zijn kun je er op zitten wachten dat die elkaar gaan opzoeken, gaan samenwerken en uiteindelijk opgaan in één grote organisatie van jeugdzorgslachtoffers. Dat laatste zal nog wel een paar jaar duren, maar als zo’n organisatie eenmaal bestaat, goed georganiseerd, met professionele medewerkers als juristen, psychologen, pedagogen en andere -ogen, met steun van de landelijke politiek, dan zal de jeugdzorgindustrie een tegenstander en een machtsblok tegenover zich treffen waar niet mee te spotten valt.

Dan zou het wel eens vrij snel afgelopen kunnen zijn met de machtspositie van en het machtsmisbruik door de gezinsvoogd en z’n soortgenoten…

Nou is men in de jeugdzorg stronteigenwijs en wordt men daar bepaald niet gehinderd door een langetermijnvisie, en dus bestaat het risico dat de jeugdzorg gewoon door zal blijven gaan met wat men daar al sinds jaar en dag doet. Dat is een scenario waarvan we enkel kunnen hopen dat het nooit werkelijkheid zal worden, want van de optionele fase vijf zal niemand blij worden. Nou ja, behalve de wapenindustrie dan.

Fase 5: Gewapend verzet

De gezinsvoogd slaat de ouder (meestal figuurlijk, maar ook voor fysiek geweld schrikt men in de jeugdzorg niet terug), de ouder slaat iets harder terug, de gezinsvoogd slaat nog harder terug. Ziedaar de spiraal van escalaties die door de jeugdzorgindustrie met veel enthousiasme gecreëerd en in stand gehouden wordt. Helaas lijkt het bij de jeugdzorg nog altijd niet door te dringen hoe dat uiteindelijk zal aflopen als die neerwaartse spiraal niet doorbroken wordt.

Uit het toenemende verzet blijkt al dat ouders het niet langer pikken. Tot nog toe is dat verzet min of meer geweldloos geweest maar de eerste signalen dat het van kwaad tot erger aan het gaan is zijn inmiddels al zichtbaar.

Bureau Jeugdzorg Alkmaar

Het heeft de media niet gehaald maar in maart 2012 werd bij het kantoor van Bureau Jeugdzorg Eindhoven al een ruit ingeslagen. Wat in juli 2012 wel de media haalde was de actie van een zwaar gefrustreerde vader annex slachtoffer van Bureau Jeugdzorg Alkmaar die het presteerde om (in slechts anderhalve minuut, voor de enkeling die de woordvoerster van BJZ wil geloven) maar liefst 19 ramen plus het glas in de voordeur van het pand van BJZ Alkmaar kapot te slaan met een hamer.

Voorwaar een bijzondere prestatie: 20 ruiten in anderhalve minuut betekent één raam per 4,5 seconde, en dan zou het ook nog veiligheidsglas geweest zijn. Overdrijven is bij Bureau Jeugdzorg echter tot kunstvorm verheven dus de goeie man zal wel wat meer tijd nodig gehad hebben. Doch dit terzijde.

Bureau Jeugdzorg Eindhoven

Dus, geachte lezer, welke kant gaat dit op? Inderdaad, de kant van fysiek geweld. Daar is zelfs al minstens één keer sprake van geweest: in maart 2012 werd, eveneens bij BJZ Eindhoven, een vader door ene Peter Rovers, Team Manager Jeugdbescherming, en twee BJZ-gorilla’s (met een uiterlijk dat associaties oproept met de Russische maffia) ernstig mishandeld en zelfs enige tijd gegijzeld. Het slachtoffer heeft aangifte gedaan wegens mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving, maar inmiddels blijkt die aangifte spoorloos te zijn verdwenen…

Doemscenario’s

Het is te verwachten dat, tenzij de jeugdzorg heel snel en volledig op de schop gaat, de jeugdzorg met nog veel meer geweld geconfronteerd zal gaan worden, en dan zal het ongetwijfeld niet blijven bij ingeslagen ruiten. Nee, dan is te voorzien dat er uiteindelijk ouders en pubers zullen zijn die zo kapot geterroriseerd zijn door hun gezinsvoogd dat ze eigen rechter gaan spelen. De doemscenario’s zijn dan eenvoudig te bedenken: van ingeslagen ruiten via brandstichtingen tot fysiek geweld tegen jeugdzorgpersoneel. En mogelijk zelfs geweld met dodelijke afloop.

Is dat goed te praten? Nee. Is het begrijpelijk? Ja, absoluut.

Gezien de hardnekkigheid van de jeugdzorg zal men zich daar dan niet gaan bedenken dat men kennelijk toch wel een hoop verkeerd doet maar enkel nog harder terug gaan slaan. Met dat vooruitzicht in gedachten durf ik twee voorspellingen te doen.

Voorspelling 1: Niet-dodelijk geweld

Ten eerste voorspel ik dat tussen heden en uiterlijk eind 2013 de eerste gewonden gaan vallen onder het jeugdzorgpersoneel. Gezien de rap toenemende agressie bij jeugdzorginstanties is te voorzien dat er straks mensen zullen zijn die zo kapotgemaakt zijn door hun gezinsvoogd dat ze hem of haar een flink pak slaag gaan geven. De consequenties zullen voor de gezinsvoogd in kwestie variëren van een paar blauwe plekken tot een gekneusd ego en een paar dagen barstende hoofdpijn tot een ambulancerit met zwaailichten en sirenes naar de afdeling Spoedeisende Hulp, een verblijf op de Intensive Care en levenslange arbeidsongeschiktheid.

Voorspelling 2: Moord en doodslag

Heeft de jeugdzorg dan nog steeds niks geleerd dan voorspel ik dat tussen nu en op z’n laatst eind 2015 de eerste doden zullen vallen onder het jeugdzorgpersoneel. Indien de spiraal van escalaties niet doorbroken wordt is de kans groot dat sommige slachtoffers van de jeugdzorg uiteindelijk zullen grijpen naar het ultieme middel en de gezinsvoogd òf zo toetakelen dat die aan z’n verwondingen bezwijkt, òf doelbewust met geweld van het leven beroven. En dat moeten we met z’n allen niet willen.

Alternatieve fase 5

Er moet slechts één ding centraal staan: het welzijn van onze kinderen. Met de huidige neerwaartse spiraal gaat dat niet lukken, dat levert alleen maar verliezers op. Wat wel helpt: doorbreken van de spiraal van escalaties, professionalisering van de momenteel nog amateuristische jeugdzorg, en inzet van gezinsvoogden die naast de ouders komen staan in plaats van tegenover de ouders met de kinderen er tussenin (of nog erger: die tussen de ouders en hun kinderen gaan staan).

Dat, en een jeugdzorg die zich realiseert dat geld niet het doel is en de kinderen niet het middel zijn, maar dat geld het middel is en het welzijn van de kinderen het doel is.

“Het amateurisme viert hoogtij.” — Corine de Ruiter, hoogleraar Forensische Psychologie, over de jeugdzorg (Volkskrant, 7 mei 2012)

Tot slot

Voordat de jeugdzorgindustrie weer “Dat is bedreiging!” gaat schreeuwen (leer mij de paranoia binnen de jeugdzorg kennen): dit artikel is geen bedreiging maar een analyse gevolgd door voorspellingen voor de nabije toekomst, gebaseerd op die analyse. Laten we met z’n allen hopen dat ik wat die voorspellingen betreft geen gelijk ga krijgen…

Aanbod voor jeugdzorgmanagers

Bent u manager in de jeugdzorg, maakt u zich ook zorgen om alle ontwikkelingen, en wilt u de (belangen van de) cliënt voorop gaan stellen? Neem dan contact met mij op! Ik bied u workshops over hoe de cliënt tegen uw organisatie en medewerkers aankijkt en u op constructieve wijze met uw cliënten om kunt gaan, en kan u begeleiden bij de omvorming naar een cliëntgerichte organisatie.

Op dit artikel rust auteursrecht. Volledige of gedeeltelijke overname van dit artikel zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de auteur is niet toegestaan.

15 Responses to De vijf fasen van de jeugdzorg

Nieuwste column
Politie Eindhoven weigert lastige vragen te beantwoorden
Dat het Openbaar Ministerie niet gediend is van 'lastige' vragen wisten we al. Bij de politie heerst echter dezelfde mentaliteit.
Lees verder...
Fictie
Na de non-fictie ben ik mij nu ook gaan wijden aan het schrijven van (Engelstalige) fictie.
Lees hier verder